Indien ‘de vogelfotograaf’ in de
toekomst als een aparte soort zou erkend worden, heb je meteen ook twee nieuwe ondersoorten
te pakken. Er bestaan namelijk vogelende fotografen en fotograferende
vogelaars. Het zou me overigens niet verbazen indien die twee ondersoorten op
termijn ook nog worden gesplit want zowel hun gedrag als morfologie verschilt
wezenlijk. Laat ik dat even proberen verduidelijken.
De vogelende fotograaf is in eerste instantie een fotograaf pur sang
en is niet van kindsbeen af bezeten door het vogelvirus. Dat heeft een aantal
voordelen. Dit type is vaak technisch goed onderlegd, o.a. door ervaring
opgedaan in verschillende takken van de (natuur)fotografie zoals macro-,
landschaps- portretfotografie enz…. Vaak leidt dit ook tot een meer
kunstzinnige aanpak van de vogelfotografie: er wordt al eens een groothoeklens
gebruikt, men is niet vies van een vogel in het landschap, kortom het aantal
millimeters die men in de hand heeft, is niet allesbepalend. Een vaak
voorkomend nadeel is echter de kennis van het onderwerp, de vogels zelf dus. En
laat dat nu net een tamelijk cruciaal iets zijn. Mijn eerste slide in de cursus vogelfotografie is dan ook al jaren dezelfde: ‘vergroot je vogel-kennis!’ Veel
vogels kan je enkel en alleen fatsoenlijk vastleggen wanneer je ook
daadwerkelijk veel weet over die soorten. Voorbeeldje? Ik kreeg ooit een wat
misnoegde opmerking van een bezoeker van één van mijn fotohutten dat hij geen
Gekraagde Roodstaart voor de lens had gekregen en dat dit nochtans een soort
was die voor die hut zou gegarandeerd zijn. Lastig dus wanneer je bedenkt dat
we toen eind februari waren en werkelijk alle Gekraagde Roodstaarten enkele
1000en kilometers verder in Afrika zaten te genieten van het fijne weer en de
overvloedige insectenrijkdom. Ten slotte nog een morfologisch kenmerk van dit
type: vaak gekleed in camouflage-kleuren!
Daartegenover staat dus de fotograferende vogelaar. Een compleet verschillend
type dat in de meeste gevallen helemaal bezeten is van het vogels kijken. Ik
pleit schuldig, wanneer je als 6-jarige voor je communie als grootste wens een
verrekijker zou krijgen, zijn dat de eerste tekenen dat er iets grondig fout
begint te lopen in je normale ontwikkeling. Er zijn naar mijn gevoel ook maar
weinigen die erin slagen op een gematigde manier naar vogels kunnen kijken. Op
korte tijd leren ze ontzettend veel bij en ook vele, zo niet alle vogelgeluiden
behoren al snel tot de parate kennis. Zeldzaamheden worden graag bezocht, vaak
tot ver in het buitenland toe en ook de meeste reizen komen al snel in het
teken te staan van het vogels kijken. Wanneer dit type op een bepaald moment
beslist om niet alleen te kijken, maar ook vast te leggen, zijn de voordelen
evident: hij/zij kent het onderwerp door en door en heel vaak zal dat
doorslaggevend zijn om succesvol een bepaalde moeilijke soort te kunnen
fotograferen. Je zal zo iemand niet snel eind februari in een schuilhut
aantreffen, wachtend op die Gekraagde Roodstaart... Er zijn echter ook wel wat
mogelijke nadelen. Eentje daarvan is de dwangmatige neiging tot het aanleggen van
lijstjes (ik pleit alweer schuldig…). Daar moet je dus zo snel mogelijk vanaf
zien te geraken. Al te vaak kom ik mensen tegen die een soort fotograferen
vanuit mijn hutten en me dan achteraf triomfalistisch melden dat ze ‘deze weer
van de lijst kunnen schrappen’. Nee, niks te schrappen, gewoon volgende keer
een nog beter beeld proberen maken, denk ik dan en dat zeg ik tegenwoordig ook
gewoon. Morfologisch lijkt dit type overigens bedrieglijk veel op een normale
mens, de camouflage-kledij blijft vaak achterwege, maar vergis u niet: het zijn
en blijven vogelaars!
Bovenstaande opsplitsing gaat
uiteraard niet altijd op. Tussen beide potentiële ondersoorten wordt –al dan
niet op terrein- frequent gekruist en dat verklaart ook meteen waarom er nogal
wat mengvormen te vinden zijn. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat zo’n
mengvorm het streefbeeld moet zijn; leer je soorten en probeer gaandeweg te
evolueren naar een meer ‘gedurfde’ aanpak van de vogelfotografie!
En voor wie helemaal gevoelloos
zou zijn voor ironie: dit was een ironisch stukje, zo lang iedereen plezier
beleeft aan het fotograferen en daarbij anderen vrolijk hun ding laat doen, is
dat uiteraard allemaal prima!
En waarom nu die titel, zou het niet over een hut gaan? Juist ja, iedereen
die zichzelf meent te herkennen als fotograferende vogelaar zou ik aanraden om
een bezoekje te brengen aan Hut 7. Sowieso is die hut gratis ter beschikking bij
de Multisoortenhut (H1), maar je kan uiteraard niet in beide hutten tegelijk
zitten. Wie houdt van spanning, van een uitdaging ook om kleine, beweeglijke en
vaak moeilijk te determineren zangvogels te fotograferen, is bij deze hut aan
het goede adres! Deze week nog wordt de hut bovendien uitgerust met een veel
grotere, nieuwe glasplaat waardoor je een nog veel beter zicht krijgt op de
omgeving waardoor de kansen op succes ook weer groter worden. Hierbij alvast
enkele beelden van deze week, Spotvogel is daarbij een goed voorbeeld van de
doelstellingen van deze hut: moeilijk fotografeerbare soorten vastleggen in hun natuurlijke omgeving en tegelijk genieten
van het vogels kijken!
Toptijd voor de hut is eind
juli-eind oktober. In de agenda zijn nog enkele plekken vrij in oktober!
Tjiftjaf/Chiffcaff |
Spotvogel/Icterine Warbler |
Spotvogel/Icterine Warbler |
Zwartkop/Blackcap |