donderdag 23 juli 2015

Hut 7: voor fotograferende vogelaars!

Indien ‘de vogelfotograaf’ in de toekomst als een aparte soort zou erkend worden, heb je meteen ook twee nieuwe ondersoorten te pakken. Er bestaan namelijk vogelende fotografen en fotograferende vogelaars. Het zou me overigens niet verbazen indien die twee ondersoorten op termijn ook nog worden gesplit want zowel hun gedrag als morfologie verschilt wezenlijk. Laat ik dat even proberen verduidelijken.

De vogelende fotograaf is in eerste instantie een fotograaf pur sang en is niet van kindsbeen af bezeten door het vogelvirus. Dat heeft een aantal voordelen. Dit type is vaak technisch goed onderlegd, o.a. door ervaring opgedaan in verschillende takken van de (natuur)fotografie zoals macro-, landschaps- portretfotografie enz…. Vaak leidt dit ook tot een meer kunstzinnige aanpak van de vogelfotografie: er wordt al eens een groothoeklens gebruikt, men is niet vies van een vogel in het landschap, kortom het aantal millimeters die men in de hand heeft, is niet allesbepalend. Een vaak voorkomend nadeel is echter de kennis van het onderwerp, de vogels zelf dus. En laat dat nu net een tamelijk cruciaal iets zijn. Mijn eerste slide in de cursus vogelfotografie is dan ook al jaren dezelfde: ‘vergroot je vogel-kennis!’ Veel vogels kan je enkel en alleen fatsoenlijk vastleggen wanneer je ook daadwerkelijk veel weet over die soorten. Voorbeeldje? Ik kreeg ooit een wat misnoegde opmerking van een bezoeker van één van mijn fotohutten dat hij geen Gekraagde Roodstaart voor de lens had gekregen en dat dit nochtans een soort was die voor die hut zou gegarandeerd zijn. Lastig dus wanneer je bedenkt dat we toen eind februari waren en werkelijk alle Gekraagde Roodstaarten enkele 1000en kilometers verder in Afrika zaten te genieten van het fijne weer en de overvloedige insectenrijkdom. Ten slotte nog een morfologisch kenmerk van dit type: vaak gekleed in camouflage-kleuren!

Daartegenover staat dus de fotograferende vogelaar. Een compleet verschillend type dat in de meeste gevallen helemaal bezeten is van het vogels kijken. Ik pleit schuldig, wanneer je als 6-jarige voor je communie als grootste wens een verrekijker zou krijgen, zijn dat de eerste tekenen dat er iets grondig fout begint te lopen in je normale ontwikkeling. Er zijn naar mijn gevoel ook maar weinigen die erin slagen op een gematigde manier naar vogels kunnen kijken. Op korte tijd leren ze ontzettend veel bij en ook vele, zo niet alle vogelgeluiden behoren al snel tot de parate kennis. Zeldzaamheden worden graag bezocht, vaak tot ver in het buitenland toe en ook de meeste reizen komen al snel in het teken te staan van het vogels kijken. Wanneer dit type op een bepaald moment beslist om niet alleen te kijken, maar ook vast te leggen, zijn de voordelen evident: hij/zij kent het onderwerp door en door en heel vaak zal dat doorslaggevend zijn om succesvol een bepaalde moeilijke soort te kunnen fotograferen. Je zal zo iemand niet snel eind februari in een schuilhut aantreffen, wachtend op die Gekraagde Roodstaart... Er zijn echter ook wel wat mogelijke nadelen. Eentje daarvan is de dwangmatige neiging tot het aanleggen van lijstjes (ik pleit alweer schuldig…). Daar moet je dus zo snel mogelijk vanaf zien te geraken. Al te vaak kom ik mensen tegen die een soort fotograferen vanuit mijn hutten en me dan achteraf triomfalistisch melden dat ze ‘deze weer van de lijst kunnen schrappen’. Nee, niks te schrappen, gewoon volgende keer een nog beter beeld proberen maken, denk ik dan en dat zeg ik tegenwoordig ook gewoon. Morfologisch lijkt dit type overigens bedrieglijk veel op een normale mens, de camouflage-kledij blijft vaak achterwege, maar vergis u niet: het zijn en blijven vogelaars!

Bovenstaande opsplitsing gaat uiteraard niet altijd op. Tussen beide potentiële ondersoorten wordt –al dan niet op terrein- frequent gekruist en dat verklaart ook meteen waarom er nogal wat mengvormen te vinden zijn. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat zo’n mengvorm het streefbeeld moet zijn; leer je soorten en probeer gaandeweg te evolueren naar een meer ‘gedurfde’ aanpak van de vogelfotografie!

En voor wie helemaal gevoelloos zou zijn voor ironie: dit was een ironisch stukje, zo lang iedereen plezier beleeft aan het fotograferen en daarbij anderen vrolijk hun ding laat doen, is dat uiteraard allemaal prima!

En waarom nu die titel, zou het niet over een hut gaan? Juist ja, iedereen die zichzelf meent te herkennen als fotograferende vogelaar zou ik aanraden om een bezoekje te brengen aan Hut 7. Sowieso is die hut gratis ter beschikking bij de Multisoortenhut (H1), maar je kan uiteraard niet in beide hutten tegelijk zitten. Wie houdt van spanning, van een uitdaging ook om kleine, beweeglijke en vaak moeilijk te determineren zangvogels te fotograferen, is bij deze hut aan het goede adres! Deze week nog wordt de hut bovendien uitgerust met een veel grotere, nieuwe glasplaat waardoor je een nog veel beter zicht krijgt op de omgeving waardoor de kansen op succes ook weer groter worden. Hierbij alvast enkele beelden van deze week, Spotvogel is daarbij een goed voorbeeld van de doelstellingen van deze hut: moeilijk fotografeerbare soorten vastleggen in hun natuurlijke omgeving en tegelijk genieten van het vogels kijken!

Toptijd voor de hut is eind juli-eind oktober. In de agenda zijn nog enkele plekken vrij in oktober!
Tjiftjaf/Chiffcaff

Spotvogel/Icterine Warbler
Spotvogel/Icterine Warbler
Zwartkop/Blackcap